Volgens dierenwelzijnsorganisatie Wakker Dier waren er nog nooit zoveel aanbiedingen van vleesvervangers als in 2021. Maar tegelijkertijd steeg ook het aantal vleesaanbiedingen tot recordhoogte. Hoe kan dat?

Gemiddeld zijn er ruim drie keer meer vleesproducten in de aanbieding dan vleesvervangers: 17.833 stuks, verdeeld over alle supermarkten, becijferde Wakker Dier. Ter vergelijking: vorig jaar waren het er 16.557. Volgens Wakker Dier geven de supermarkten daarmee het verkeerde signaal af aan hun klanten, omdat er juist minder vlees moet worden gegeten. Albert Heijn en Dirk doen het beter dan de andere supermarkten: daar was een lichte daling te zien van het aantal vleesaanbiedingen ten opzichte van vorig jaar. 

Vleesvervangers in de bonus

Het goede nieuws: het aantal aanbiedingen met vleesvervangers is hard gestegen. Inmiddels is 23 procent van de aanbiedingen voor ‘vlees’ in de supermarkt voor vleesvervangers. In 2020 was dat nog 18 procent. Supermarktketen Albert Heijn is wat dat betreft koploper. Met 929 ‘kipstuckjes’ en zeewierburgers in de bonus, is het verantwoordelijk voor 43 procent van de totale vleesvervanger-aanbiedingen van het afgelopen jaar. Daarna volgen Coop en Vomar met 155 en 153. 

Volgens Anne Hillhorst van Wakker Dier moeten supermarkten vleesvervangers ook echt inzetten om vleesaanbiedingen te vervangen. “Nu komen ze er bovenop. Daar schieten de dieren niets mee op.”

Meer vleesvervangers, meer vlees

De cijfers passen bij een opmerkelijk patroon: de Nederlander eet meer vleesvervangers, maar niet minder vlees. Jaar na jaar blijft de vleesconsumptie gelijk of stijgt hij licht. Een belangrijke oorzaak is de horeca: daar eet men nog wel vlees, en vaak meer dan je thuis zou doen. Ook kan er sprake zijn van ‘compensatie’: als men een dag geen vlees eet, is de kans er dat hij of zij de dag erna meer vlees eet dan normaal.